Beroep
Tijdens je werk als longverpleegkundige help je patiënten met longziekten. Dit zijn patiënten met bijvoorbeeld astma, bronchitis of COPD. Op de polikliniek heb je een eigen spreekkamer waar je jouw patiënten ontvangt voor behandelingen. Jij bent er voor de patiënten en helpt ze op een goede manier te leren leven met hun chronische ziekte.
Voordat je een patiënt gaat behandelen is er door de longarts een diagnose gesteld en vorm je je een beeld van zijn of haar zorgsituatie. Vervolgens stel je, samen met de patiënt, een individueel verpleegplan op. Je geeft de patiënt voorlichting over de longziekte en over het gebruik van medicijnen. Samen met de longarts en de patiënt kies je welke inhalatiemedicatie het beste bij de patiënt past. Je geeft hierbij duidelijke instructies en adviezen (hoe, wat en waarom). Je bent bevoegd om in bepaalde gevallen (bij afronding van de post-HBO opleiding longverpleegkundige met farmacotherapie) zelf medicijnen voor te schrijven.
Je hebt vaak een langdurige behandelrelatie met patiënten waardoor je een vertrouwensband opbouwt. Je helpt patiënten om gezonder te gaan leven, bijvoorbeeld door ze hulp aan te bieden bij het stoppen met roken. Dit kan lastig zijn, daarom heb je soms een coachende rol. Je leert patiënten hoe ze zelf inhalatiemateriaal of een zuurstoffles moeten gebruiken. Waarbij je samen bekijkt welk zuurstofsysteem voor de betreffende patiënt het fijnste en beste is. Daarnaast verwijs je door naar andere zorgverleners, zoals de diëtist, revalidatiearts, ergotherapeut, fysiotherapeut of maatschappelijk werker.
Tijdens de behandelingen houd je de gezondheid van de patiënt goed in de gaten. Je let op symptomen als toenemende benauwdheid, gewichtsverlies of vermoeidheid. Als je merkt dat een patiënt achteruit gaat, overleg je met de longarts in het ziekenhuis over het aanpassen van de behandeling. Je werkt dan ook vaak samen met een longarts.
Kijk ook eens bij:
Specificaties:
KANS OP WERK
Hoog