De eerste patiënt | YouChooz
Ga naar belangrijkste content
Alle verhalen & ervaringen

De eerste patiënt

Neem een kijkje in het leven van een apothekersassistente. 

 

De thee was nog maar amper doorgeslikt of daar gingen we weer. Op naar de balie dit keer. Een man met wit haar kwam de lege wachtruimte van de apotheek binnen. Hij was nog niet eens bij de balie en hij riep: ‘Eh, komt iemand me nog helpen of niet?’ Petra liep naar voren en wenkte mij met haar mee te gaan.

 

Ze begroette de man en kreeg wat gebrom terug. Ze vroeg hem naar zijn naam en geboortedatum. ‘Harms, 1938’, snauwde hij meer nog dan dat het praten was. Ik bekeek hem eens goed en zag dat hij in zijn pyjama stond.

Hij had rimpels in zijn gezicht en smeet een grote envelop op de balie. Op dat moment kwam een vrouw met een rollator binnen. Ze liep op meneer Harms af en zei: ‘Pap, neem dat ding nou eens mee en gebrúik hem ook! Ik zet even de auto weg!’ En weg was ze weer.

 

Petra maakte de envelop open. Er zaten grote lijsten in, vol met moeilijke namen die veel weg hadden van de recepten die ik net aan het klaarmaken was. In de computer zocht ze de gegevens van meneer Harms op en vroeg ter controle naar zijn adres. Daarna vergeleek ze de geboortedatum op het scherm met die op de papieren.

Ze checkte dit nog bij meneer. Een antwoord kreeg ze niet. Meneer Harms liep inmiddels rood aan en schreeuwde: ‘Ze hebben me in het ziekenhuis de verkeerde pillen gegeven!’ Petra bleef rustig en vroeg hem of hij misschien even wilde gaan zitten. Ze benadrukte dat ze de tijd wilde nemen om alles goed te controleren.

Je zag de spanning bij meneer wegvloeien, hij haalde rustiger adem en de kleur in zijn gezicht werd weer normaal. Meneer Harms ging rustig zitten. Petra controleerde de lijst met de gegevens in de computer.

Het waren zo veel namen dat ik er zelf geen raad mee had geweten. Petra gelukkig wel.

 

Ze liet me zien dat meneer in het ziekenhuis pantoprazol had gekregen en dat hij normaal gesproken Losec® (stofnaam: omeprazol) kreeg. Ik schrok daarvan en begon meteen te twijfelen aan de deskundigheid van de mensen in het ziekenhuis waar het recept van afkomstig was. Petra zag dat en legde meteen uit: ‘Beide zijn het protonpompremmers, ofwel maagzuurremmers. Ze doen allebei hetzelfde.

Het zijn broertje en zusje kun je wel zeggen. In het ziekenhuis gebruiken ze andere medicijnmerken of varianten voor dezelfde aandoening. In dit geval hoeven we niets te doen; meneer heeft nog omeprazol in huis.

De rest van het recept moeten we wel klaarmaken. Hij krijgt pijnstillers en verband voorgeschreven door de arts.’ Ik mocht 30 stuks diclofenac retard 75 mg uit de kast halen. Petra maakte de recepten klaar.

Daarna zocht ze in het magazijn de verbandmaterialen op die voor waren geschreven voor de wond. Meneer Harms stond op toen hij zag dat we naar de balie kwamen met zijn grote recept, de tabletten en het verband.

 

Zijn dochter stapte net weer binnen. Met een opvallend zachte stem vroeg meneer Harms me: ‘Ben je leerling?’ Ik knikte. ‘Dan heb je nog een hoop te leren met die medicijnen. Wat een vreselijk taaltje! Het is maar goed dat mijn dochter me altijd helpt met dat spul.’ Petra legde meneer Harms en zijn dochter alles nog even uit over de maagtabletten, de pijnstillers en het verband. Hij keek me aan en zei: ‘Ik heb precies gehoord wat ze je daarstraks vertelde.

Het ziekenhuis doet het anders. Het is níet verkeerd. Ik was geschrok-ken omdat ik het niet wist. Ik ken die namen allemaal niet en dat is zo frustrerend. Straks, dan weet jíj hier ook alles van kind.’