''Zuster, waarom leef ik nog?'' | YouChooz
Ga naar belangrijkste content
Alle verhalen & ervaringen

''Zuster, waarom leef ik nog?''

Esther Prijs heeft zeven jaar als verzorgende IG in de ouderenzorg gewerkt en vertelt graag over haar bijzondere ervaring. 

2021 M05 11, Tue

Zeven jaar heb ik gewerkt als verzorgende IG in de ouderenzorg zowel met mensen met dementie als ook met mensen met “alleen “ lichamelijke klachten. (In vaktermen : PG en Somatiek). Tijdens dit werk kwam ik heel wat tegen. Van overvloeiende liefde en dankbaarheid tot agressie en andersom. En alles daar tussenin. Levensvragen waren soms ook onderdeel van de dagelijkse zorg(en).

Het was 8:30 uur en de pieper gaat onophoudelijk af. Het zweet staat nu al op mijn voorhoofd en de ochtend is nog maar net begonnen. Vijftien bewoners van ontbijt en medicatie voorzien, wassen, aankleden, bad- en douche beurten en de telefoon opnemen. Eigenlijk heb ik geen tijd voor levensvragen, wat meteen de paradox aantoont tussen hoofd (handelen op de automatische piloot vanwege de tijdsdruk) en hart. Mevrouw zucht en steunt vanwege haar astma, maar zo te zien deze ochtend niet alleen daardoor.

 

“Zuster, waarom leef ik nog?” verzucht zij terwijl ik haar in haar ondergoed help na het wassen. Oei, die had ik even niet zien aankomen. Ik vraag haar wat ze precies bedoelt maar eigenlijk merk ik dat ik het ongemakkelijk vind. Is dit niet iets voor de geestelijk verzorger ? Maar daar houden levensvragen geen rekening mee. Ze dienen zich aan als ze er zijn. En op dit moment was ik degene die de vraag kreeg. Ze vertelt verder, over haar man, die ze zo mist. En die er niet meer is. En dat ze eigenlijk vanaf zijn overlijden al niet meer verder wilde. “Hij was politieagent, een mooi beroep he”, zegt ze terwijl ik haar zwijgend en nadenkend verder help met de dagelijkse zorg. ‘’Een prachtig beroep”, antwoord ik haar terwijl ik in gedachten naar een antwoord zoek. Niet direct het antwoord op haar grote levensvraag, want dat zou een te grote opdracht zijn. En wie weet dit eigenlijk?

 

“”“Ik weet het eerlijk gezegd niet”, verbreek ik de stilte. “Ik vind sommige dingen ook heel moeilijk, zoals deze vraag’’“”

Mevrouw knikt (ze heeft overigens al vaker gesproken met geestelijk verzorgers e.d. maar we merken dat haar vraag steeds terugkomt).  Een geliefd familielid heeft zelfs in overleg met mevrouw om de mogelijkheid van euthanasie gevraagd. De arts wilde hier niet aan meewerken.

 

“Weet u, ik geloof in God, en u ook dacht ik?”. “Ja zeker”, knikt ze overtuigend. Ze vertelt me dat ze daar veel steun aan heeft. “Weet u, ik geloof dat God bepaalt wanneer mensen stoppen met leven hier op aarde. Wie weet, heeft Hij nog een taak voor u en bent u daarom nog hier’’, zeg ik terwijl ik haar een knipoogje geef. Haar ogen beginnen plotseling te glinsteren en haar mond glimlacht weer: ”Zou je denken?”.  “Ik geloof van wel ja’’, verzeker ik haar. “Ja meid, dat denk ik dan ook, dat zegt die vrouw van de kerk die bij me op visite komt ook altijd, dankjewel!”. “Graag gedaan, ik hoop dat dit u helpt om toch nog een heel klein beetje vreugde te vinden”, wens ik haar toe. Ze bedankt me en ik zie dat het haar zichtbaar goed heeft gedaan. Geen tijd voor levensvragen? Daar moeten we tijd voor maken! Want alleen dan leveren we echt goede zorg geloof ik. Aandacht maakt zoveel verschil!

 

Meer informatie over dit beroep vind je via deze link.